De maan stond aan een staalblauwe lucht.
De zon kwam op en prikte voorzichtig door het wuivende riet.
Onze jacks klapperden kleurrijk tegen de flinke wind in.
Een loopster verklapte zachtjes dat ze tegen de 18km op zag vandaag. Haar accent liet een ver land in het verleden horen: “Iek vind haid gewoan ver”.
Wij wuifden haar twijfel weg; ze hou het halen. Net als de rest. Wat is nu 18Km vergeleken met de marathon waarvoor ze trainde. Het waren gewoon 18 stukjes van 1000 stappen.
Ze knikte instemmend maar keek bezorgd.
Loopjes en marathonplannen werden uitgewisseld. Begripvol werden blessures besproken die grenzen aangaven.

De crew-helden hadden zich kleumend verankerd en waaide nog net niet weg.
Tegen de wind in een sliert langs het kanaal; de zon schitterde in het kanaal.
We zogen het winterlicht op en liepen Lekker.

Er was pech onderweg: Onze meest ervaren loopster was ongelukkig gevallen; arm uit de kom die ze zelf zonder blikken of blozen zelf terugzette. Andre werd achtervolg door een hielspoor en had beloofd rustig aan te doen en nam na 12Km een lift.
Matigen is soms verstandig. We zouden hem via Strava in de gaten houden.

Jan had de route vandaag weer zodanig gepland dat we de 2e helft wind mee hadden.
We werden door de wind getild en hoefden enkel afwisselend onze voeten op te tillen.
De maan lostte op en we mochten de laatste kilometer versnellen of dansen.

Een beker thee trilde in haar hand.
Ze was opgelucht dat ze de 18Km gehaald had en liep een ere rondje; wij juichen en klappen.
Wat ginger door haar heen? Hoe voelde ze zich?

Ze moest even denken; keek twijfelend maar toen vastberaden lachend en zei overtuigend:
Iek hab Lekker Gelopen