Dublin? Hoezo naar Dublin? Daar regent het toch altijd?!

Nou, dit weekend niet hoor. We gingen naar de Ierse hoofdstad met het idee dat het waarschijnlijk wel het hele weekend zou gaan regenen. Een aantal van ons beschikken over een geavanceerde weather-app. De ene had mooi weer als voorspelling, de ander (ik dus) verwachtte regen, wind en nog net geen voorst aan de grond.

Het werd uiteindelijk zon, 13 graden en een klein briesje.

Precies op het moment dat we in het startvak stonden voor mijn 15e marathon, begon de zon te schijnen. Overigens stonden wij (Marc, Anita, Hieka, Kees, Mireille en ik) in “wave 2”.  De gebroeders Westerhof en Robert van der Gaag vormden de elite van onze loopgroep dus moesten per sé vooraan staan. Nooit begrepen waarom, zeker gezien de resulaten uit het recente verleden.

Enfin, een aantal van ons had nog wat extra tijd nodig om de broodnodige plaspauze af te werken. Vooral de dames waren niet van plan om in de enorme rijen te gaan staan voor de Dixie’s. Anita en Hieka hadden een soort middeleeuws toilet gevonden, wat gewoon een inrit van een ondergrondse parkeergarage bleek. Zodra je voor de deur ging staan (of zitten in dit geval) opende de deur zich vanzelf!

Wij adviseerden (de jarige) Mireille om dit ook te gaan doen, maar ze verdomde het. “Nee, ik wacht wel tot ik een echt toilet tegenkom”. Die vond ze uiteindelijk: ééntje waar net iemand een tijdje lekker uitgebreid had zitten kleien. Dus Mireille kon eindelijk met een glimlach aan de start beginnen, maar dan wel achteraan in het startvak .

Dat betekent dus dat er een hele grote meute voor jou uitloopt. Iets waar je wel mee om moet kunnen gaan. Zigzaggend en springend door de kleine openingen om maar naar voren te kunnen komen. Nou bij Mireille gaat dat niet zonder vloeken of tieren. “Stelletje Slakken”. Marc liep naast haar en liet het maar gebeuren. Het duurde wel een fors aantal kilometers voordat de stroom marathonlopers geleidelijk aan dunner werd. Ik liep inmiddels een klein stukje voor deze twee uit met Kees waarschijnlijk in hun kielzog. Ik wilde namelijk zo snel mogelijk bij Annie en Petra arriveren, want zij stonden bij de denkbeeldige kilometerpaal 3,6. Ik had namelijk die ochtend mijn thermoshirt aangetrokken en zelfs loophandschoenen, omdat ik mijn pessimistische weather-app volledig vertrouwde. Bleek achteraf niet zo handig, want ik had het direct na de start al warm. Dus ik zou mijn bagage bij de “Annie en Petra drop-off” afleveren. Eenmaal omgekleed en mijn startnummer weer gefatsoeneerd, kon ik mijn weg weer vervolgen. De drie waren mij natuurlijk al voorbij. Anita en Hieka had ik sinds de start al helemaal niet meer gezien. Ik had ook geen idee of ze nu voor of achter mij liepen. Maakte ook niet uit, want het blijft een individuele aangelegenheid. Zeker bij een duurloopje van 42,195km.

Tja, een marathon is toch een kwestie van slim aanpakken en met name verantwoord uitvoeren. Het blijft toch telkens weer een uitdaging om je niet te laten verleiden door de iets snellere lopers die net voor je lopen. Of dit nu je broer is of niet, laten gaan mag je hem nooit of te nimmer. Heeft iets met zorgplicht te maken ofzo? Ik denk zelf dat het meer iets te maken heeft met je vergissen in de afstand. Elke marathon moeten we de heren eraan herinneren dat de afstand geen 30km maar plus 12km is.

Op de een of andere manier volgt er voor de wedstrijd dan een soort van “factory reset”. Het lijkt wel een smartphone, maar dan een goedkoper model en dan krijg je er ook nog eens twee voor de prijs van één. Ze zijn (wat dat betreft) allebei hetzelfde. Ja, dat klopt ook want hun start- (serie-) nummers waren opeenvolgend . Met dit soort acties weet je ook meteen dat de batterijen niet van uitzonderlijke kwaliteit zijn. Tja, dan weet je bijna zeker dat deze na 2,5 uur nog maar op 30% staan.

Oh ja, en dan moet je je ook nog beseffen dat van het jongste exemplaar de boel ook nog eens bij elkaar gehouden wordt met tie-wraps!

Zo, nu even genoeg over de gebroeders, die ik toch wel in een bijzondere categorie wil plaatsen. Overigens kan ik met iedereen, die met onze groep op stap was in deze mooie stad, hetzelfde doen. Elk individu heeft weer zijn of haar eigen redenen om aan deze marathontrip deel te nemen. Of je nu loper, mental coach, partner, broer bent of uit Limburg komt: Het maakt allemaal niet uit. Op dat moment vorm je een unieke eenheid die met geen mogelijkheid te omschrijven is. Een fantastische groep lieve mensen die samen de marathon (mee) beleven. Beter bestaat gewoon niet!

Anyway, ik had Petra en Annie gedag gezegd na mijn korte pitstop en vervolgde mijn tocht richting de eindstreep. Het parcours van deze marathon voerde ons door prachtige parken met landelijke paden kriskras door de buitenwijken van de Ierse hoofdstad. Dat betekende dus ook heuvels! De ene wat langer en hoger dan de andere, maar dat viel in het eerste deel van deze tocht nog wel mee. De echte heartbreak hill zou pas rond 33km in zicht komen, maar daarover later meer.

Wat ik zo bijzonder vind aan deze marathon is dat de Ieren zo gastvrij en enthousiast zijn. Overal staan ze je aan te moedigen, Ier, vrouw of Limburger: het maakt allemaal niet uit. Erg fijn, zeker als je aan de laatste 10-12km van de marathon gaat beginnen. Op zich voelde ik mij best oké. Ik had alleen weer te veel gegeten die ochtend.

Tja, dat ontbijt van de Aberdeen Lodge was ook zo lekker. Echt geweldig! Wij hadden met 12 personen vijf van de zestien kamers afgehuurd. Heerlijk traditioneel ingericht met zijn krakende trappen en uitstekende bedden. Marc, Kees en ik hadden een 3-persoonskamer. Voor Kees (net als Mireille en Annie) was het de eerste keer en dan bedoel ik “op stap gaan met een stelletjes malloten”. Maar ik kreeg al heel snel de indruk dat het niet bij deze ene keer zou blijven. Sterker nog: voor de volgende trip werd al knikkende gereageerd op de vraag of ze zin hadden in een volgende editie.

Voor Anita, Hieka en Ad (man van Hieka) was het niet de eerste buitenlandse marathon, maar wel één in het gezelschap van een volhardende tweeling. Ook Rik – hij heet eigenlijk Hendrik, maar dat wil hij liever niet horen – was het een vuurdoop. Hij – als de echtgenoot van Mireille en Formule1-fanaat – wist eigenlijk niet wat hem te wachten stond. Maar, zoals alle andere nieuwkomers, pasten ze naadloos in het heerlijke gezelschap tijdens deze drie intensieve dagen van ons Dublin-weekend.

Rik had wel een kleine hapering op Schiphol, maar dat kwam door zijn voornaam die niet correct vermeld stond op zijn vliegticket. Uiteindelijk kostte hem dat niets extra’s, alleen een paar additionele grijze haren bij zijn lieftallige (maar op dat moment iets minder lieftallige) echtgenote. De rest kon erom lachen en lieten het los. Het is net als bij pubers: even diep ademhalen en je bent het zo kwijt…. Bijna dan.

Ondertussen had ik Petra en Annie al voor de tweede keer gezien. Zij mij ook, want er werden weer mooie kiekjes gemaakt van deze lopers from “Lekker Gelopen”, the Netherlands. Op het moment dat ik mijn handen opstak en het publiek bedankte voor de aanmoedigingen en het fantastische loopweer, ontstond er een gejuich van heb ik jou daar. Een geweldige kick geeft dat en ik kon met opgeheven hoofd verder. Het is net doping, maar dan wettelijk toegestaan. Inmiddels naderde ik het 30km punt en dat betekende de aanloop naar het lastigste stuk: “Heartbreak Hill”. Ik had de afgelopen week goed op mijn voeding gelet en de gebruikelijke bietensap-kuur succesvol afgerond. Dit keer in geconcentreerde vorm, aangezien ik die verdunde troep voorheen nauwelijks weg kon krijgen. Dit ging makkelijker omdat er ook wat citroensap aan toegevoegd was. Ik had ook een overstap gemaakt naar van mijn vertrouwde (onverdunde) Squeezy gels naar de verdunde BORN gels. Wat een vreselijke materie is dat zeg! Het lijkt wel een mix van pindakaas waar een bord bruinebonensoep overheen gevallen is. Jeezes, want een ellende. Ik kreeg meerdere signalen vanuit mijn maag- en darmstreek dat dit geen goede substantie voor mijn lichaam was. Maar goed, ik kon het met moeite binnen houden. Echter, dat heeft het verdere verloop van mijn marathon wel bepaald. Ik probeerde het te negeren, maar dat viel zeker niet mee (Watje!).

Niet lang daarna – op km 33 – stonden de Formule-1-mannen (Ad en Rik) met een zak appelen en banaan. Weer een boost de goede richting op, vlak voor de beruchte Heartbreak Hill. Tenminste, ik dacht dat dit ‘m was. Een relatief lange helling met bochten waarvan je het einde niet kon zien. Aai, bijna kramp! Tja, mijn tere beentjes blijven het maar moeilijk hebben met heuvels in het laatste stuk van deze afstand.

Kom op! Looptechniek iets aanpassen, niet op je tenen, want dan schiet het er meteen in! Nee, iets meer op je middenvoet en kleinere stappen nemen. Niet bij nadenken, gewoon doorgaan. Opgeven is bij mij nooit een optie, wandelen sinds Valencia wel. Echter, dat beschouw ik maar als een incident. Ik wil dat nooit meer meemaken, kapotgaan na de 30km en stukken moeten wandelen. Het voelt bij mij als een nederlaag. Wat dit fenomeen voor anderen betekent? Ik heb geen idee. Vraag het aan Martin of Erik. Die schijnen er meer ervaring mee te hebben. De elitegroep (The Westerhof-bro’s en Robert) uit Wave 1 zouden dan toch wel in de buurt moeten zijn, of hebben ze het dit keer wel anders aangepakt? Resultaten uit het verleden bieden in dit geval wel enige garanties voor de volgende edities. Ondanks dat zij minimaal 10 minuten eerder waren gestart dan wij, verwacht je de eerste van de drie toch wel in het vizier te krijgen binnen niet al te lange tijd.

Later hoorde ik dat Martin ineens het idee had gekregen dat er voor hem weleens een PR in kon zitten (huh?!). Loopt hij de eerste 21km binnen de 1:43!

“Ja, ik voelde me goed ennuh… het weer was ook prima dus ik dacht: waarom ook niet?!” Tuurlijk my friend: If you didn’t shoot then you will always miss. Een PR laten sneuvelen betekent niet dat je zelf ook het loodje moet leggen! De afstand bleek later voor hem toch echt iets te lang in dit tempo (4:45/km), dus het laatste stuk werd voor hem een Dixie-tocht in een comfortabel wandeltempo.

Erik bleef op gepaste afstand, maar ook hij had moeite met het laatste stuk. Het blijft ongelofelijk hoe hij met slechts één lange duurloop in de week een marathon kan uitlopen. Nu hoorden we later dat er ook 30,5km wedstrijden bestaan. Iets om over na te denken.

Ondertussen had ik de lange heuvel weten te bedwingen zonder kleerscheuren. Even op adem komen want de hartslag tikte de 175 aan. En ja hoor…. Zie ik dat nu goed? Ja joh, een “ik heb weer lekkergelopen.nl shirt”. Dat bleek Robert te zijn. In “no time” (geen tijd) had ik hem bijgehaald. Ik legde mijn hand op zijn rechterschouder en zei tegen hem dat het er goed uit zag.

“Hoe kun je dat nou zeggen tegen een marathonloper die aan het strompelen is?!”

Robert reageerde als vanouds: “Ik heb toch pijn in me poten, joh!”. Kramp, niet normaal! Ik wees hem op een verlossende drinkpost zodat we even een bakkie konden doen. Hé Robert, het is niet ver meer. Nog even volhouden. Ik groette hem en dacht dat het vanaf dat moment nog alleen maar bergafwaarts zou gaan. In figuurlijke zin voor Martin en Erik: “JA”! Voor mij niet, aangezien het bergopwaarts ging: De werkelijke “Heartbreak Hill”! Nee, niet nu! Dus wel en dat bleek een venijnig dingetje. Kort en stijl. Precies genoeg om de al zo vermoeide spieren de doodsteek te geven. En toch gebeurde dit niet. Wel een iets lager tempo gaan lopen en de ademhaling op orde krijgen en houden. Nog een klein stukje en dan de bocht naar links, op weg naar de finish. Menig loper hield het voor gezien en ging wandelen of nam even een korte “throw-up break”, ofwel spuug al je ellende er maar uit. Echt, je knapt er zo lekker van op!

De laatste 5km gingen weer in een normaal tempo. Ik had een klein beetje verval, maar liep nog steeds rond de 5:10/km. Ik zou sowieso onder de 3:45 finishen, want dat was mijn doel voor vandaag. Aan een PR dacht ik helemaal niet, want dan had ik bij Martin moeten blijven en dus mijn huidige PR van 3:25 moeten verbreken. Nee, lekker doorlopen en denken aan het warme onthaal bij de finish. Jullie weten allemaal hoe fantastisch dat is als je over die eindstreep komt en je een bekende ziet die reageert alsof je elkaar een jaar niet hebt kunnen zien. Heerlijk!

Ineens hoorde ik bekende stemmen roepen: “Kom op Lucien! Doorgaan”. Daar was ik al mee begonnen. Ik zag tot mijn verbazing dat het Marc en de jarige Mireille waren. Jemig, die twee liepen dus ook op een schema van 3:40 laag. Voor Mireille betekende dit akelig dicht bij haar beste tijd ooit, voor Marc zou dit een verpulvering betekenen van zijn eindtijd in Rome. Die stond toen nog op 3:54. Ik probeerde in eerste instantie aan te pikken, maar bedacht me direct. Niet doen, gewoon 5:10-5:20 blijven lopen. Net als bij Lekker Gelopen op de zondagochtend. Marc en Mireille liepen zo makkelijk. Dat bleek later ook wel, want beiden verbeterden hun beste tijd. Die komt sinds afgelopen zondag op 3:39 te staan. Echt een geweldige prestatie!

Het Ierse publiek nam steeds grotere vormen aan en dat betekende dat het niet ver meer was. Ineens hoorde ik “NOG MAAR 2 KIELOMEETUAAH”. Het was Rik, die zijn Voorburgse afkomst over ons uitschreeuwde.  Hij en Ad maakte foto’s en filmden onze grimassen op een fantastisch. Iets dat Petra en Annie op slechts een paar meter van hen ook deden. Alleen wisten ze het op dat moment niet dat ze zo dichtbij elkaar stonden. Ik keek op zij en stak mijn victory-vingers op. Ook probeerde ik te glimlachen en dat leek op iemand die net weer zo’n BORN-kwakje ingeslikt had. Jammie!

De laatste meters en gelukkig zag ik de gebroeders niet. Ik wilde tenslotte ook dat zij de finish haalden. De laatste 50 meter gingen over een groene loper (hij bleek toch blauw te zijn na het terugkijken van de beelden) en ik kon mijn arm in de lucht steken. Thank God, I have made it!

Ik zette mijn Garmin op pauze en zag dat ik 3:41:24 had geklokt. Oké, Well Done! Nou, zo voelde ik me ook. Klaar ermee en nu op zoek naar mijn maatjes. Al snel vond ik de gebroeders samen met Marc en Mireille. Robert was inmiddels ook over de finish. De ontlading kwam en alle pijn werd even vergeten. De gebroeders waren echt heel diep gegaan, want aan die bleke bekkies kon je heel veel aflezen. Ik moest ook even tot mijzelf komen, want een combinatie van een maag die niets meer kon verdragen en emoties gaan niet helemaal goed samen. Gelukkig trok dat allemaal weer bij alhoewel Martin en Erik later even aan het zout-infuus werden gelegd door nurse Petra.

We begaven ons weer richting de pub waar we voor de start ook waren neergestreken. Daar wachtten we op Anita, die ook haar PR had aangescherpt. Ook zij liep de rest van de dag met een grijns die er niet meer af te krijgen was. Ook Kees was gefinisht en had zijn race in een comfortabel tempo volbracht.

Niet alleen de groep, die in de Aberdeen Lodge verbleef, liep de marathon. Ook (ultra) Joop en Philip deden mee. De laatstgenoemde werd zelfs 2e in zijn leeftijdscategorie (70+). Iets dat wij nog maar eens moeten zien te halen . Ik vind het fantastisch wat deze mannen gepresteerd hebben.

Die avond, nadat iedereen was bijgekomen van de historische dag (Mireille was jarig en Max won de GP van Mexico), spraken we af bij “Mulligan’s Pub” in Sandymount Village. Daar kun je fantastisch lekker eten en de locatie ligt nog geen 800 meter van ons hotel. Met 17 personen schoven we aan rond 19.00u en genoten van een onvergetelijke avond met heerlijk eten en vele liters Guinness.  

Overigens… vraag niet aan een Ier of er een Irish Pub in de buurt te vinden is. “They are all Irish, duhh!”