Een vreemde groep mensen in safari-outfit stond half geknield in het hoge riet.
Terwijl de ene helft van de groep door paparazzi lenzen gluurden, keek de andere helft ons met een strak gezicht en vinger voor de mond aan.
Shhhhht! Hier was een wereldwonder en we moesten hier absoluut stil zijn…shhhhhtt!
Zonder overleg stopten we direct en tuurden mee door het riet.
Een (volgens de vogelaars) absolute topper stond op een houten vlondertje te wachten op het moment dat er een fris Ackerdijks visje voorbij zou komen.
Wat hadden wij, volgens hen, toch een ongelofelijke mazzel dat wij hier net op het juiste moment voorbij liepen.
De vakantieperiode was aangebroken en deze ralreiger was helemaal klaar met Zuid-Europa en was tegen de stroom auto’s ingevlogen en staarde ons verbaasd aan.

“Wat een idioten die Hollanders in oranje zwarte outfit. Hier was geen sprake van zondagsrust, maar van zondagsinspanning.”
Nadat de vleugels voor de camera’s nog even minitieus op z’n Zuid-Europees werden schoongemaakt nam hij een klein stapje.
“yes, die heb ik kunnen vastleggen” verbeet een fotograferende man in survivalkleding.
Hij beet on z’n onderlip en probeerde ondanks zijn enthousiasme geruisloos te blijven”.
Onder de indruk van het geluk dat de vogelaars uitstraalden hervatten wij nog beduusd van dit natuurwonder onze route in strak tempo 2aan2.
De zon schaamde zich vandaag niet en alle wolken waren verdampt.
Groene weilanden, wuivend riet en blauwe lucht. Helderder dan vandaag bestond niet. We voelden de warmte op onze schouders duwen.

Gisteren had een groepje al een wedstrijdje gelopen in de hitte, vandaag liep de temperatuur verder op. Sommigen hadden last van de hitte en tijdens de verzorging douchte David en Joop zich ongegeneerd met bekertjes water. Het hielp enigszins, maar het bleef warm.
Al pratend deelden lopers doelen; er waren marathons op de kalender geprikt en het gezinsleven moest er zich maar naar buigen. Er waren zelfs al voor-het-ontbijt-hardlooprondjes op vakantiebestemmingen bestudeerd: “Vakantie is leuk, maar je moet wel kunnen blijven hardlopen.”
Bij thuiskomst op de duivenclub had Trudy ‘afkoelijs’. We wilden haar wel zoenen, maar we waren veel te bezweet en moesten helaas gepast afstand houden.
Nogmaals onze dank.
Het was een heerlijke dag; we hadden voor het eerst in ons leven een ralreiger gezien, we kregen afkoelijs en… of dat allemaal nog niet genoeg was… we hadden ook nog eens
Lekkergelopen.
Grrh