Krakau?

Wie gaat er nou een marathon in Polen lopen? Daar heb je toch helemaal niets te zoeken!
Deze voormalige hoofdstad van Polen behoort tot de meest culturele steden van Europa.
Ik – en al mijn medereizigers – kunnen jou als lezer melden dat dit werkelijk een geweldige stad is. Niet alleen om even te bezoeken als stedentrip, maar zeker ook voor de marathon.
Wij – Erik Westerhof, Marc Crombaghs, Mireille van Starrenburg, Corrie Lansbergen, Ria Verboon, Annie Reitsma, Petra Hoffmann en ik – reisden op vrijdag 20 april jl. gezamenlijk via Eindhoven Airport naar Kraków, want zo noemen de Polen deze stad.

Rond 21.00u streken we neer in ons riante 10-persoons appartement aan de rand van het oude centrum, op slechts 15 minuutjes van de start: de Grote Markt.
Mocht je nog nooit van Krakau gehoord hebben? Dan zul je na het lezen van dit verslag hier wel anders over denken.
Naast ons 8-tal waren ook Joop Kwak en zijn partner Marina onderweg, evenals Robert van der Gaag met zijn vrouw Annemiek en dochter Liza.

Het weer had een aangename temperatuur van ruim 20 graden en de zon scheen uitbundig. Op vrijdag merkten we daar nog niet veel van aangezien het al donker was toen we op de plaats van bestemming aankwamen.
De volgende ochtend, nadat iedereen in het appartement een redelijke nachtrust achter de rug had volgde een terrassen-dag.
In Polen vinden ze het blijkbaar normaal om de tuin opnieuw aan te leggen om 5.30u. Dus iedereen was lekker vroeg wakker. Kortom: op tijd je bed uit! Natuurlijk eerst even ons startnummer ophalen bij de expo. Dit stelde echt helemaal niets voor, dus we stonden ook in korte tijd weer buiten in de bloedhitte.
Dat baarde mij toch al wat zorgen. Nu al zo warm en dan deden we eigenlijk niks. Ja, een beetje rondhangen. We hadden immers 14 dagen geleden de taferelen in Rotterdam ook waargenomen. Nu moesten we zelf de warmte gaan trotseren. De voorspelling voor D-day was namelijk 24 graden en geen wind.

Wat ga je dan doen op de zaterdag? Inderdaad, zo min mogelijk.
Nou ja, op het terras zitten, eten, drinken, een tour door de start met een elektrisch karretje. Bij mij begon de spanning al verder toe te nemen. Eigenlijk was dit al weken geleden begonnen. Ik had sinds mijn hamstringblessure slechts 4 weken kunnen trainen.
Menig persoon zou zeggen: “onverantwoord!”
Ik bekeek het van de positieve kant: lekker uitgerust aan de start, nietwaar?!

Zaterdagavond werd er gestapeld in restaurant Mamma Mia. Een Italiaan waar iedere loper een portie pasta of pizza kon halen. Nadat we uitgestapeld waren was het tijd om alle spulletjes klaar te leggen voor de dag die komen ging.
07.00u opstaan bleek vroeg genoeg. Het was slechts een klein kwartier lopen naar de start, dus om 08.15u vertrok het gezelschap pas vanaf ons appartement.
Eenmaal gearriveerd kon je met gemak een beschikbare Dixi vinden. Geen lange wachtrijen dus ook geen stress. Robert was inmiddels ook gearriveerd, getooid in zijn welbekende blauwe hardlooptenue en dito vintage zweetband. Dat maakt hem zo jong en flitsend 😉
En dat vindt hij zelf ook. Hij is tenslotte onlangs 65 jaar jong geworden.
Nog even de tassen inleveren bij de garderobe om vervolgens tussen de 6500 Polen te gaan staan. Er heerste een zeer gemoedelijke sfeer die kort voor de start nog even lekker werd afgewisseld met Thunderstruck van ACDC. Had je daarvoor nog niet het gevoel dat het tijd werd om adrenaline te produceren? Dan was dit ”het” moment.
Om 9.00u klonk het startsein en we konden beginnen aan onze nieuwe uitdaging.
De temperatuur was al 18 graden, dus dat beloofde wat.

Zoals ik al eerder vertelde, had ik maar 4 weken kunnen trainen sinds het lek eindelijk boven was. Dus ik wilde hoe dan ook op hartslag gaan lopen. Dit hield in dat ik zou starten met 130 slagen per minuut en dat zo lang mogelijk proberen vol te houden.

Nou succes!

Marc, Erik en Mireille waren al meteen vertrokken. De rest liep nog achter mij. Ik stond namelijk in het startvak van 3:30-3:45u, maar dat was natuurlijk gebaseerd op de resultaten uit mijn verleden.
Uiteraard bood dit geen enkele garantie voor de (nabije) toekomst. Maar goed, ik had me voorgenomen om zeer rustig te starten en dat zou ik gaan doen ook. Binnen enkele kilometers kwam Robert langszij in zijn vintage blauwe outfit.
Hey Lucien! Jij hier!
Eh ja….. waar moet ik anders lopen? Grapjuh!
Jij ook succes Robert. Ik zie je straks wel. Niet dus…. maar daarover later meer.
Ondertussen hield ik alleen maar mijn hartslag in de gaten. Dat ging lekker. Ondanks de warmte had ik er niet echt last van. Ik was prima gehydrateerd en mijn bietensap-kuurtje was ook succesvol doorlopen. Nou ja, alleen vanochtend heb ik overgeslagen, want het spul werkt toch wel zeer laxerend. Iets wat je op een dag als deze liever niet wilt meemaken.

De kilometers volgden elkaar in een rap tempo op, ondanks dat ik (inclusief alle drinkposten) op een gemiddelde van bijna 6 minuten/km liep. De organisatie had namelijk preventieve maatregelen getroffen door elke 2,5 km een drinkpost neer te zetten. Echt top geregeld!
Ik stopte daarom bij elke post om te eten of te drinken. Kostte wel tijd, maar dat boeide niet.
Mijn hartslag lag inmiddels rond de 140 slagen, wat natuurlijk buitengewoon laag was gezien de omstandigheden.
Bij 14 km zag ik de eerste bekenden langs de route. Mijn moeder en haar partner hadden namelijk pas een paar weken geleden besloten om mij (en de anderen natuurlijk) aan te komen moedigen. Iets wat natuurlijk zeer gewaardeerd werd. met opgeheven hoofd liep ik hen tegemoet. Ik voelde me immers kiplekker. Even een knuffel en tjop-tjop daar ging ik weer.
Slechts 4 km verderop stond onze trouwe aanhang in de vorm van Petra en Annie. Echt een professioneel duo dat haarfijn aanvoelde wat er moest gebeuren. Gelletjes aangeven en foto’s maken. Die werden rechtstreeks naar het thuisfront gestuurd. Dat is toch geweldig dat je als thuisblijver bijna real-time foto’s krijgt toegestuurd?!
Overigens deed de organisatie bijna hetzelfde door op diverse plekken langs het parcours foto’s te maken en te koppelen aan je startnummer.
Ondertussen naderde ik al het halve marathon-punt. Dit is één van de lange stukken waar je ook tegenliggers tegenkomt. Dit hield in dat je lopers tegemoet kwam die dus al 9 km verder waren dan jij. Niet echt fijn als je het al zwaar had. Ik mijn geval viel dat allemaal heel erg mee. Ik hield me namelijk alleen maar bezig met mijn hartslag.
143……144…..143.
Door deze waarde zo constant te houden, betekende dit automatisch dat mijn snelheid ook continu tussen de 5:35 en 5:45 lag. Je kon er gewoon een liniaal langs leggen.
De zon scheen nog steeds zeer uitbundig. Ik was echt aan het genieten, want ik keek ook om me heen en zag mooie kastelen en genoot van de eindeloze paden langs de Wisla rivier.
Iets wat in het verleden nog wel eens mis ging.
Kilometer 30 naderde en ik bedacht me ineens dat het nog maar 12 km was naar de finish. In de afgelopen maand maximaal 18,5 km per keer gelopen en nu zat ik al aan de 30 km. Het voelde bijna onwerkelijk. De komende 5 km zijn voor mij altijd bepalend geweest. Kom ik daar goed doorheen, dan red ik het laatste stuk ook wel. Dit kan ook het keerpunt zijn in de marathon. Krampverschijnselen of de warmte krijgt ineens vat op je.
Ik wilde er niet eens aan denken.
En het gebeurde ook niet. Ik bleef bijzonder constant lopen en mijn hartslag kroop maar heel langzaam op naar de 150. Ik pakte alles aan qua water en bananen. Mijn gelletjes gingen ook op vaste punten naar binnen. Even wandelen, 2 bekertjes en daar ging ik weer.

Joop zag ik ineens aan de overzijde lopen.
Helemaal wit uitgeslagen. Ik vermoed dat dit te maken had met de overvloedige hoeveelheid aan zonnebrandcrème die hij opgesmeerd kreeg van Marina. Joop is natuurlijk wel wat gewend. Hij is tenslotte nog steeds de ultraloper in onze groep.
Ik riep hem en het enige wat hij zei was: Ja…. het is nog best een stuk!
M.a.w.: ik heb het bloedheet en zweet als een otter. Doe mij maar een biertje.

De laatste 7 kilometer waren inmiddels aangebroken. Binnen niet al te lange tijd zou ik onze trouwe supporters weer zien. Ik keek er echt naar uit. Mijn tempo was sinds de start nog steeds hetzelfde en ik voelde mij beresterk. Het zelfvertrouwen begon ook verder toe te nemen. Logisch, want ik hoefde nog maar een klein stukkie!
Ik liep bij 38 km langs een groep dansende jonge dames die heel enthousiast aan het aanmoedigen waren…. in het Pools.
Ik riep heel hard “thank you from the Netherlands!”
Hoor ik twee tellen later…. Oh I love you! Go Go Go!
Ik met mijn grijns op mijn gezicht doorlopend naar de finish. En ja hoor, daar stonden ze weer. Mijn moeder, haar partner Albert. Een klein stukje verder gevolgd door Annie, Petra en Marina.
Foto’s werden wederom geschoten en verzonden. Ik hoefde alleen maar te lachen. En dat deed ik ook. Nog maar 2,5 km.
De laatste helling werd genomen, dan een bocht naar rechts en dan is het nog maar 1200 meter tot aan de finish op de Grote Markt. Was het dan nu alweer voorbij?
Het ging zo lekker. Mijn hartslag was wel iets opgelopen maar kwam nooit boven de 160 uit. Dus ik kon nog wel even versnellen. Ik haalde nog vele vermoeide lopers in om vervolgens met opgeheven arm en kin de menigte te begroeten.
Wat een heerlijk gevoel!
En dan gewoon de finish halen in exact 4 uur.

Zo, en dan nu een biertje.
Oh nee, eerst de anderen opzoeken. Erik was, net als Marc en Mireille, al binnen. Ook hij had verstandig(er) gelopen. Ondanks een paar Dixi-bezoekjes wist hij tamelijk ongeschonden de finish te halen. Mireille moest Marc op 35 km helaas laten gaan. Ondanks dat liep ze nog steeds een geweldige tijd rond de 3 uur 41. Marc heeft zijn pr-reeks weten voort te zetten door voor het eerst onder de 3 uur 35 te duiken. Echt heel knap! Zeker gezien het warme weer.

Robert was nergens te bekennen. Ik wist zeker dat hij voor me liep.
Wat later bleek is dat de Tracker-app dat ook dacht en de aanhang van hem dus ook.
Maar dat bleek dus niet zo te zijn.
Pas veel later zagen we Robert binnenkomen in zijn karakteristieke outfit. Hij zag er helemaal niet slecht uit eigenlijk.
Staat hij doodleuk te vertellen dat hij bij 38 km zelfs een tijdje gestrekt heeft gelegen op een brancard. De medische verzorgers, die snel ter plekke waren, wilde hem niet laten gaan. Robert dacht daar dus anders over en zei dat ze nu heel snel moesten “optieften”. “Ik moet verdomme naar de finish!”
Robert is wel zo iemand die dan gewoon opstaat en een stukje gaat rennen. En zo gebeurde het. Ook Ria was al eerder binnen, dus het was alleen nog wachten op Joop en Corrie. Zij kwamen kort na elkaar over de streep.
Ik dacht dat Joop helemaal stuk zat omdat hij er zo grauw uitzag. Bleek dus toch de combi van zonnebrandcrème en hevig transpireren te zijn, want Joop kon gewoon zijn verhaal vertellen.

Nadat we allemaal onze spullen weer opgehaald hadden werd neergestreken op één van de vele terrassen op de Grote Markt. Ervaringen werden uitgewisseld en bewonderingen uitgesproken. We hadden het tenslotte toch maar weer geflikt, en hoe?!
De trip naar Krakau was al geslaagd, maar dit maakte het feest compleet.
‘s Avonds werd gegeten met ons allen (13 personen) in het befaamde Starka restaurant in de Joodse wijk, waar ook de fabriek van Oskar Schindler (Schindler’s List) staat.

Na afloop terug naar ons appartement om van een welverdiende nachtrust te gaan genieten.
Maandag stond in het teken van de excursies. Vijf van ons naar de zoutmijnen. Ik durfde de rit naar Auschwitz-Birkenau wel aan. Deze moest ik gezien hebben.
Het liet een onuitwisbare indruk achter op ons allemaal.

Dus, mocht je nog twijfelen over een (marathon)trip naar Krakau?
Ik zeg: DOEN!

Voor ons was het weer een topweekend met geweldige mensen.
Ik zou het zo weer doen.

Groet,

Lucien de Konink.