Begin april 2019 kwam ik van een looptraining van de Landlopers naar huis en vertelde ik aan de keukentafel dat ik met wel héél bijzondere mensen (lees: gekke Henkies) in een loopgroep zit want ze spraken af om op de fiets (!) naar Rotterdam te gaan, om daar eerst de marathon te lopen en vervolgens weer 10 km terug naar Pijnacker te fietsen. Ongelofelijk!
En daar zat ik dan, 24 oktober 2021, om 8.15u op de fiets, naast Stan, op weg naar mijn eerste grote stadsmarathon! De Rotterdam Marathon ging na anderhalf jaar wachten eindelijk toch gelopen worden door ons. Stan, een fietser, had goed het tempo erin en 40 min. later parkeerden we onze fietsen op de Meent. Bij het droppen van de tassen kwamen we Erik, Kees en Ronald tegen met wie we samen naar de start liepen. Ik had geen last van spanning of zenuwen maar wel van de frisse temperaturen. De zon liet zich wel al zien maar nog niet op de Schiedamse dijk dus zo bijzonder Lee Towers ook was, ik kon niet wachten tot we eindelijk de Zwaan en vooral de zon tegemoet konden lopen. Om 10.15u was het eindelijk zo ver. En wat ging het goed! De eerste kilometers waren zo achter me voordat ik het doorhad. Ik keek mijn ogen uit – waar kwamen al die mensen vandaan? Na 1km zag ik de Landlopers vlag – Sandra stond me aan te moedigen. Super leuk! Bij 10 km stond een collega van mijn werk die ik een aantal keren zal zien want ze volgde me, fietsend van punt tot punt. Aad had me een week voor de marathon nog op het hart gedrukt om niet op mijn horloge te kijken maar om te voelen hoe snel ik kon gaan. En dat deed ik. Oh, wat was het fijn. Toch maar even op mijn horloge kijken en tja, vanaf het begin was mijn hartslag wat (=te) hoog maar ach, het is Rotterdam, de pacers met 3:50u waren in het zicht, het kon een top tijd worden. Voor dit geval had ik van tevoren ook de doorgangstijden op mijn hand geschreven om in 3u50 op de Coolsingel aan te komen. Na 1u54 kwam ik helemaal volgens plan halverwege door. Ik voelde me top!

Bij 24km kwam ik Stan weer tegen. We vonden het beiden wat zwaar worden. Tja, dat horloge van me had toch gelijk – iets te snel van start gegaan. Maar goed, even wat gas terug en hopen de mannetjes met de 3:50 vlaggen niet helemaal te verliezen. En toen zagen we weer de Landlopers vlag; Sandra én Elly stonden er. Die steun kwam op het juiste moment.Terug over de Erasmusbrug probeerde ik echt te genieten van de sfeer, de mensen en de zon want als je het zwaar begint te krijgen, dan probeer je je af te leiden. Tegenover het Maritiem Museum zag ik plotseling Robert. Iets te hard begon ik zijn naam te roepen (sorry daarvoor). Nu de tunnel in, zonder te struikelen, zonder dat de kramp erin schiet omhoog; alles ging prima maar niet echt makkelijk. Balen dat het al zo vroeg zwaar begon te worden. Langs station Blaak hoorde ik plotseling mijn naam – een collega was extra gekomen om mij aan te moedigen. Zo lief! Zo bijzonder. Ik hoop dat ik blij genoeg terug keek.
Crooswijk was een verassing en een welkome afleiding en voordat ik het echt doorhad was ik al in het Kralingse Bos. De kilometers spoelden er vanaf, dat wel, maar niet meer vanzelf. En toen kwam Anique me inhalen, helemaal fris, lekker de pas erin. ‘Mag ik even met je een eindje lopen’ zei ze, denk ik, maar echt iets terugzeggen kon ik niet. En bij haar aanhaken helaas ook niet. Anique had het door en liet me achter… met mijn gedachtes van ‘oh, vergeet die 3:50, vergeet die 3:55 dat wordt 4u nog wat’. Bij 34km kwamen grote schermen tevoorschijn. Ik had mijn ouders de link naar de site van de NN Hardloopsupporter gestuurd maar er verder niet meer aan gedacht, tot ik plotseling heel groot de woonkamer van mijn ouders in beeld zag komen. En toen had ik pas door dat mijn ouders me vanuit Oostenrijk aan het aanmoedigen waren. Zo bijzonder! Heel hard klonk het door het Kralingse Bos “Hopp, Irene, du schaffst das!”

En toen moest ik toch even toegeven en 50m wandelen. Balen maar ja, het was even nodig. Bij 35km mocht ik van mezelf het bekertje water wandelend helemaal leeg drinken maar daarna moest ik weer gaan rennen. En het lukte. In mijn hoofd begon ik te rekenen en besefte dat ik eigenlijk helemaal niet zo slecht liep en dat een tijd onder de 4u best te halen was. Nogmaals langs de herrie van Crooswijk en daar was ik weer langs de Kubushuizen. En toen zag ik het mooiste bord: ‘1000m to finish’. Mijn benen konden weer, hup, op naar de Coolsingel! En wat was het gaaf. Al die mensen, de zon… helemaal niet erg dat die Coolsingel zo lang is. Over de finish, klokje op stop en ja, 3u57! Ik was blij!
“He, Irene!” – Stan was een halve minuut voor me aangekomen. Samen liepen we zo soepeltjes mogelijk (not!) langs de medailles (wat is ze mooi!) naar Schouwburgplein om onze tassen op te halen. Hoe we er kwamen? Vraag maar niet – het zag er niet uit. Maar we waren blij.

De fietstocht terug naar Pijnacker was fijn voor de beentjes maar duurde wel wat langer dan de heenreis… en 10 april 2022 wil ik weer!