Jan probeerde in zijn gebruikelijke praatje voor de start om 08.30 uur de moed er nog een beetje in te krijgen bij de ca. 35 aanwezigen. Hij repte over de mooie route die lag te wachten, het vrolijke zonnetje dat voor een extra tint op de sportieve huid zou zorgen, de leuke afstand van 18 km en de verzorgingsposten op 5 en 10 km en aan de finish natuurlijk. Voor de in- en uitwendige benatting en de voedingsmiddelen onderweg zorgden Ank en Olaf dit keer. Een completer servicepakket voor een lekkere duurloop kun je toch niet bedenken voor goedwillende amateur lopers en loopsters zou je zeggen. Niets was minder waar echter dit keer. Het klaagniveau van vorige week werd zelfs ruimschoots overtroffen. Over “een kop als een boei” werd er gesproken of “een opgeblazen gevoel”, of “niet vooruit te branden”, of “mijn hobby is het niet meer”.
En aan de finish klonk als uitsmijter: “ik ben er helemaal klaar mee”. Bij die laatste emotionele roep om aandacht, zag je bij enkele bestuursleden de rimpels in het voorhoofd trekken en de oogleden extra knipperen. “Zouden we de club moeten opheffen dan?” zag je ze denken. Natuurlijk niet, het was een emotionele momentopname die al snel in een vrolijke emoji veranderde. Mede waarschijnlijk omdat Trudy op het finishterras in overvloed water en drank serveerde, vaste voeding beschikbaar had en aansterkende koffie tapte. En met haar kinderijsjes kreeg ze zelfs bij de grootste tobbers de lach weer op het gezicht. Toen kwamen ook de positieve praatjes weer, steeg de gezelligheid en werd er nog even lekker van elkaar en het duiventerras genoten. Inderdaad de weersomstandigheden waren niet ideaal en er is wel eens lekkerder gelopen, maar de voldoening was er en bij vertrek klonk uitsluitend “tot volgende week”.
.