De wederopstanding van een marathonloper.

Ken je dat gevoel?
Je hebt zo goed getraind, alles klopte. De hartslag is laag. Verzuring zal uitblijven door mijn bietensapkuur. Eerst 10 km vlak, daarna een paar hellinkjes en dan na 31 km afdalen tot in Athene.
En dan toch bedrogen uitkomen!
Het begon allemaal op donderdagmiddag 8 november 2018.
Met een grotendeels bekende groep atleten uit de stal van Lekker gelopen! reisden wij af richting de Griekse hoofdstad. Lekker op tijd in ons appartement aan de Arkadias nummer 4, waarna we vol goede voornemens aan deze maratrontrip zouden beginnen.
De vrijdag bestond voornamelijk uit wandelen door Plaka ofwel de oude binnenstad. Ons startnummer zouden we pas zaterdag gaan ophalen, aangezien Petra en Anita pas op vrijdagavond zouden invliegen vanuit Eindhoven Airport. Wel zo gezellig. De groep zou dan uit 10 personen bestaan.
Naast deze twee dames waren ook van de partij: Anne en Annie Reitsma, Martin Westerhof, Kees Wijsman, Marcel Taal, Robert van der Gaag, Mascha Favre en ik (Lucien de Konink).



We hadden ons voorgenomen om rustig aan te doen, dus hebben we op vrijdag niet meer dan 11 km gewandeld. Lekker hoor: nergens last van.
Mascha moest wel bewegen: zij had immers een zenuwbeknelling opgelopen ongeveer 2 weken eerder. Uit het niets zakte ze door haar linkerbeen. Geen idee wat dat nu kon zijn.
Alle denkbare artsen en therapeuten erbij gehaald.
Ze kreeg geen negatief advies. Voor Mascha betekende dit “we kijken wel waar het schip strand”.
Of in dit geval waar Mascha zou stranden. Starten zou ze hoe dan ook.
Op de zaterdag pakten we dit iets anders aan: met de taxi naar de Marathon Expo. Geen enkel probleem daar in Athene, aangezien één op de vijf auto’s een gele was met zo’n bordje op het dak.
Verkeersregels kennen ze daar toch niet, dus we waren in no time met drie taxi’s gearriveerd bij het voormalige Taekwon-do stadium aan de haven.
Even slenteren door de grote overdekte hal, waarna we nog een paar groepsfoto’s schoten van ons gezelschap.
Anita had het startnummer van Joop Kwak overgenomen, dus ze moest alleen nog maar haar naam aan het nummer te koppelen. Ze heet sindsdien Anita Molliemans i.p.v. Hollemans.
Tja, die Grieken spreken toch bar weinig over de grens.
Anyway, de rest van de dag verliep rustig.
We waren nog wel uitgenodigd door de ambassadeur van Nederland in Athene. Dit blijkt een jaarlijkse traditie waarbij alle Nederlands lopers + supporters welkom waren voor een pastaparty en een paar toespraken. De enige interessante speech kwam uit de mond van de directeur van de marathon-organisatie. Deze man presteerde het om met zoveel passie te praten over dit – zo groot geworden evenement – dat je er zelf ook enthousiast van werd.
De andere spreker was een Brabander die ooit deze marathon op zijn naam had weten te schrijven. Ik geloof dat het in het jaar 1989 was. Toen bestonden er namelijk nog geen Kenianen en Ethiopiërs. Zijn naam was ik na twee minuten alweer vergeten, want het maakte geheel geen indruk.
Toen begon hij ook nog eens uit te leggen met behulp van zijn net zo oude Powerpoint-presentatie hoe je moest trainen voor de marathon.
Dus eh… 200 km per week en dan afbouwen naar 70 km. Ja, dan gaat het wel lukken.
Duhuh…?!
Gelukkig werd zijn microfoon afgepakt en konden we pasta nuttigen met z’n allen.
Niet veel later liepen we weer richting onze thuisbasis ten oosten van het oude centrum.
En rond 21.00u lagen de meesten wel op bed. We moesten immers de volgende ochtend al om 4.30u ons nest uit. De bus zou ons naar Marathon brengen vanaf 5.30u, dus we moesten wel vroeg opstaan.
Nadat bijna iedereen nauwelijks geslapen had vanwege de dag des oordeels, zaten we met ons tienen aan de ontbijttafel. Er werden pannenkoeken gegeten, Griekse yoghurt naar binnen gewerkt en niet te vergeten: de bananen. Nou, daar had ik toen allang genoeg van.
De laatste bietensap hoefde ik ook al niet meer.
Uiteindelijk had iedereen zijn ritueel volbracht en konden we op weg naar de bussen bij opstapplaats nummer 6. Er waren nog vijf opstapplaatsen, maar onze appartementen lagen strategisch gunstig t.o.v. van deze opstapplaats.
Petra en Annie konden nog lang in hun bed blijven liggen. Het had namelijk totaal geen zin om eerder op te staan. Het parcours is namelijk één lang lint, dus er waren geen plaatsen waar de lopers meer dan één keer zouden passeren. De enig voor de hand liggende plaats was dus bij km 39, ofwel: ze hadden nog zes uur de tijd voordat één van ons langs zou komen rennen (of wandelen).
Natuurlijk waren we er veel te vroeg. De bussen waren immers keurig op tijd. We konden tijdens de rit al inschatten waar de lastige stukken zich bevonden op dit traject. De zon was nog niet op, dus het leek allemaal tamelijk vlak. 3D kijken lukt niet echt zonder daglicht.
Voor Martin was het immers de 2e keer, dus hij hield zijn ogen met regelmaat gesloten.
Wat zou er in dat koppie omgaan?
Optie 1: Niets, want hij lag gewoon te slapen of
Optie 2: Ach, ik begin gewoon. De vorige keer heb ik weinig van de heuvels gemerkt, want ik was toch aan het wandelen.
Voor de kijkers thuis: in 2015 liep hij deze marathon ook al eens (toen nog met zijn evenbeeld Erik). Toen presteerde hij het om de laatste 18 km te wandelen naar de finish. Het is toch geen wandelvierdaagse?! Kom op zeg!
Eenmaal uitgestapt zochten we een plek om neer te strijken. We besloten om tegenover de tassen-vrachtwagens van (sponsor) DHL te gaan zitten, wachtend op de opkomende zon. Best fris in eerste instantie. Nadat de eerste zonnestralen over de heuvels schenen, werd het al snel warmer.
Het werd ook steeds drukker. Dat moest ook wel aangezien er 18.000 marathonlopers verwacht werden aan de start. De tassen werden ingeleverd om vervolgens richting het atletiekstadion van Marathon te wandelen. Natuurlijk moesten we naar het toilet dus er werd gezocht naar een aantrekkelijke Dixi. Toiletten in overvloed, maar een aantrekkelijke? Nou, niet echt.
Stonden we daar in de rijen te wachten. Ik zag een paar toiletten die steeds niet gebruikt worden terwijl het slot toch echt op “groen” stond. Ik wachtte rustig mijn beurt af, maar dat gold natuurlijk niet voor iedereen.
Een loper dacht slim te zijn en één van de ongebruikte toiletdeuren te openen.
Voordat hij een stap naar binnen kon doen, werd hij overspoeld door een beestachtig smerige lucht. Je kon op 10 meter afstand zien dat daar iemand niet helemaal lekker was geworden.
God, wat een lucht!
De deur ging gauw weer dicht en de loper in kwestie heb ik daarna nooit meer gezien. Zal wel flauwgevallen zijn.
Na 10 minuten waren we allemaal minimaal één kilo lichter, wat de snelheid alleen maar ten goede zou komen. De zwaartekracht zou immers toch aan het langste eind trekken, dus dan kun je maar beter wat ballast dumpen voordat het echte werk kon beginnen.
Eenmaal in het startvak aangekomen maakten we nog wat foto’s en begonnen we onrustig heen en weer te lopen. De spanning begon te stijgen. Strakke bekkies en opperste concentratie. Mascha was er niet gerust op. Ik ook niet, maar liet dat zo min mogelijk merken.
Vlak voor de start werd één minuut stilgestaan bij de verschrikkelijke bosbranden die gewoed hadden op 23 juli 2018. 99 Doden en talloze gewonden was het gevolg. We zouden dit gebied, wat eruit zag als een maanlandschap, passeren rond km 9. Er werd vriendelijk verzocht om de uitgereikte groene bandana op je hoofd te zetten als we daar zouden arriveren.
Boem, daar klonk het startschot…. We konden gaan, maar waarheen?
Nou, gewoon de massa volgen!
Met Mascha in mijn kielzog begon ik aan de moedige poging om zonder kleerscheuren de finish te halen in de Griekse hoofdstad. Het was tenslotte maar 42 km en een beetje.
De eerste 10 km zou vlak verlopen dus met souplesse het vertrouwde tempo vinden en vasthouden. Dat ging prima. 4.50-5.00/km bleek prima vol te houden (zolang de heuvels niet in zicht kwamen).
Dus ik verwachtte geen gekke dingen in het eerste stuk van deze bijzondere marathon.
Nog geen twee km onderweg dacht Martin, die ook nog bij ons liep, dat hij geaaid werd door een Griekse godin. Ik begrijp dat wel, aangezien hij graag in het gezelschap van het vrouwelijk schoon verblijft.
Wat hij niet had verwacht was dat er twee schapen ineens door het peloton door renden. Ik dacht eerst nog dat het om een verkleedpartij ging, maar de gelijkenis was dermate treffend, dat ik dat beeld maar losliet.
Nee, het waren echt twee schapen en zorgden voor veel hilariteit om ons heen.
Het lachen verstomde alweer snel, want in mijn ooghoeken zag ik Mascha niet meer. Ik keek iets verder achterom en zag dat ze het (nu al) moeilijk had met het tempo. Iets vertragen dan … naar 5.10/km. Ook dat bleek teveel van het goede. Niet veel later meldde ze dat het beter was dit hier onze wegen zouden scheiden.
“Ga jij maar! Je loopt zo soepel. Dat ga ik niet volhouden. Mijn linkerbeen trekt.”
Potverdorie, dit zou een lijdensweg van jewelste worden. Als je niet lekker loopt, wil je juist iemand bij je hebben die naar de finish loodst. Ze wilde van niets weten. Ik moest gaan.
We waren pas 5 km onderweg, niet wetende wat ons nog stond te wachten. Ik probeerde deze gedachte uit mijn hoofd te verbannen en vertrouwde op mijn trainingsarbeid van de afgelopen maanden. Dat stelde me gerust, want ik had in jaren niet zo’n goede voorbereiding gehad.
10 km waren voorbij en de eerste heuvel kwam in zicht. Heuveltraining hadden we geen van allen gehad, dus mocht de helling niet groter zijn dan valsplat. Nou, dat kon ik meteen uit mijn hoofd zetten!
Valsplat?!
Zeg maar gerust de Van Brienenoord op en dan 10x achter elkaar!
De zwaartekracht wordt dan meteen jouw directe tegenstander. Eentje die net een maatje te groot bleek. Ik had me voorgenomen om mijn energie-gels met regelmaat in te nemen zodat ik voldoende brandstof zou hebben om extra inspanningen te leveren.
En wat blijkt: ik had de verkeerde brandstof getankt.
Al jaren gebruik ik de Squeezy gels met cola smaak, maar dit keer zou ik de Maxim gels proberen die al aangelengd waren met water. Deze had ik in de afgelopen weken al een paar keer gebruikt en daar leek niets mis mee. En dan zul je net zien dat deze verkeerd gaan vallen. Ik vermoed dat het ook te maken had met de warmte en het vele drinken vooraf. Mijn maag klotste al behoorlijk aangezien ik bij elke drinkpost water dronk. Na km 5 stonden ze namelijk elke 2,5 km.
Overigens mijn complimenten voor de fantastische organisatie. Geen negatief woord over die Grieken!
In het startvak had ik ook nog eens een eierkoek naar binnen geduwd. Dan had ik zeker voldoende brandstof in mijn spieren. Het liep toch net even anders.
Inmiddels waren we bij km 15 en liep ik nog alleen tussen de 18.000 deelnemers.
De toeschouwers waren in flinke aantallen op komen dagen en stonden enthousiast aan te moedigen. Martin kwam ineens uit het niets en verdween ook meteen weer. Hij moest even naar een Dixi toe. Dat had ik eerder gehoord. Niet veel later was hij er weer. “Zo, dat ben ik kwijt”.
Mijn maag begon steeds meer op te spelen en ik ging me er ook niet beter bij voelen. Rond het halve marathon-punt werd het zelfs zo erg dat ik tegen Martin moest zeggen dat ik even ging wandelen.
Wandelen? Ja, wandelen!
Iets wat zo tegen mijn (hardloop)principes indruist. Maar goed, ik moest van die misselijkheid af zien te komen. En dat betekent maar één optie: vinger in je keel.
Hè get, niets! Weer een beetje rennen. Ik werd echt niet goed. Nog maar een keer: weer niets, alleen een kokhalzend gebaar richting de struiken waar ik toen boven hing.
Dan maar weer een stuk wandelen. Ik nam nog een slok water en twee vingers. Dat had meer resultaat. Mijn maag was van zijn foutieve brandstof verlost, althans: gedeeltelijk.
De komende kilometers, die voornamelijk heuvelop gingen, moest ik wel blijven wandelen. Mijn energie concentreerde zich voornamelijk op mijn maag en niet meer op mijn benen. Die voelden echt als pap. En als je dan ook nog eens probeert te rennen, dan voel je je helemaal zo als een verkeerd gevouwen en nat geregende krant. Inmiddels was ik al meer dan 20 minuten verloren aan wandelen en rondhangen langs de kant van de weg. Toeschouwers en andere lopers probeerden mij weer de goede richting op te helpen, maar mijn maag wilde daar niets van weten.
Ik had nog een Advil 400 in mijn tassie dus ik besloot deze maar in te nemen. Baat het niet, dan schaadt het ook niet. Gek genoeg begon de rust na 5 minuten weder te keren. Zou het dan toch helpen?!
Inmiddels was ik km 30 voorbij en hadden zowel Kees als Marcel bij ook al ingehaald.
Dat kon ook niet anders. Stiekem hoopte ik ook Mascha nog ergens te spotten, maar helaas.
De top van het beestachtige parcours was bereikt en dat betekende “de afdaling naar Athene”.
Wat het ook betekende was de wederopstanding van deze marathonloper.
Ik begon weer met een rustige duurloop van 11 km. Eentje die ik al talloze malen had volbracht. Ik maakte een nieuwe start. Dus beginnen met warmlopen. Nee joh, doe effe normaal!
Je bent al opgewarmd dus gewoon lekker in tempo D1. Ik begon met 5.30/km en dat ging niet slecht. 5.20….5.10. Jemig, het ging echt! Wow, ik kan weer lopen!
De zwaartekracht was nu mijn grootste vriend geworden. Mijn benen kregen de energie weer aangeleverd nu mijn maag weer tot rust was gekomen. Goed je armen gebruiken, benen optillen en lekker “rustig” naar beneden. Ik dronk vanaf dat moment alleen nog maar water.
Wat zullen ze thuis wel niet gedacht hebben? Met de live tracker hadden ze natuurlijk allang gezien dat er iets niet goed was. Petra en Annie stonden alleen op km 39, dus zij wisten ook niet beter. De kilometers ging nu een stuk sneller en ik begon me weer lekker te voelen. Mentaal doet dat ook wat met je. Eerst zit / sta / wandel je in zak en as en nu loop je weer als een kieviet. Nou ja, eentje die zijn beste tijd al gehad heeft.
Ik naderde km 35 en kon mijn pas goed volhouden. Met een gemiddelde van 5.10/km rende ik soepeltjes richting onze supporters. Af en toe nog een kleine helling en daar moest ik toch weer even rustig aan doen. De vermoeidheid begon inmiddels wel zijn tol te eisen. Tja ik was toch al ruim 3 uur aan het zwoegen dus ik stond daar ook niet meer van te kijken.
Nog even volhouden en de beloning zou groot zijn….. heel groot!
Bij km 39 zag ik ze dan eindelijk. Luid toegejuicht door Annie en Petra. Annie met de Lekker gelopen! vlag. Petra maakte foto’s voor de thuisblijvers.






Wat zullen ze blij zijn om mij weer te zien, na die twijfelachtige doorkomsttijden tussen km 22 en 30. Ik glimlachte en blies een handkus naar de dames. Met mijn laatste portie aan energie trotseerde ik de laatste 3 km van deze beproeving. Niet veel later stond het rijen dik aan toeschouwers. Heerlijk!
Ik krijg er gewoon kippenvel van. Je hebt het toch weer geflikt! Nog een paar bochten en het Panathinaiko Stadion kwam in zicht. Helemaal volgepakt met toeschouwers liep ik dit stadion binnen. Ik stak mijn arm omhoog, keek naar boven en zag dat het goed was.
Tsjonge, wat was ik blij om de finish te zien liggen op nog geen 100 meter.
Sprinten had geen zin, dus dat deed ik ook niet. De kramp had genadeloos toegeslagen als ik dit wel gedaan had.
De laatste meters …… ik ben er!
Ik zag Martin bijna direct en we vielen in elkaars armen.
“Man, man, man, ik kreeg toch pijn in mijn benen na 25 km”, zuchtte Martin.
Ik genoot van het moment.
We maakte een paar foto’s en wachtten op Kees. Die had ik, en later ook Marcel, weer ingehaald toen ik opgestaan was uit de doden.
We zouden ook nog even wachten op de komst van Mascha, Robert, Anne en Anita.
Je zou ze bijna vergeten, maar ook zij zouden de missie volbrengen en de prachtige medaille in ontvangst gaan nemen.
Later bleek dat Anita ook gewoon lekker gelopen had en zowaar onderweg foto’s was gaan maken. Ja, doe dan rustig aan en maak er het beste van. Ik denk dat zij nog het meest ongeschonden uit de strijd is gekomen.
Robert vervloekte alles en iedereen, maar dat kennen we al langer van hem. Ook hij haalde de streep in een zeer verdienstelijke tijd.
Mascha had (bleek een aantal dagen later) de marathon met een hernia te hebben uitgelopen.
Hoe krijg je het voor elkaar?! Nog meer respect voor het doorzettingsvermogen van een echt sportmens. Opgeven is GEEN OPTIE!
Het gevolg is wel dat er voorlopig even geen duurloopje meer op het programma van deze dame zal staan. Herstellen zal ze en de revanche zal er ook zeker komen. Waarschijnlijk nog eerder dan wij allemaal denken.
Nu ik terugkijk op deze trip naar Athene, heerst bij mij alleen maar het gevoel van trots. De tegenslag en ontberingen ben ik eigenlijk alweer vergeten. Het weekend van 4 dagen heeft mij meer gebracht dan alleen maar moeie benen en een medaille. De vriendschap met mijn loopmaatjes is beter dan ooit.
En ik weet zeker dat ze de volgende keer allemaal weer van de partij zullen zijn.
Komende zondag weer een rondje met Lekker gelopen!
Want daar gaat het uiteindelijk om, niet waar?!
Groet,
Lucien de Konink.